NL Niederländisch Reime von hittegolf bis hoenderhok
- hittegolf
- hittepuistjes
- hitteuitslag
- hiërarchie
- hiërarchisch
- hiëratisch
- hiëroglief
- hiërogliefen
- hiëroglyfisch
- hobbelig
- hobbelpaard
- hobby
- hobbyist
- hobbykamer
- hobo
- hoboïst
- hoboïste
- hockey spelen
- hocus-pocus
- hoe
- hoe ... ook
- hoe dan ook
- hoe eerder hoe beter
- hoe erg
- hoe gaat het ermee
- hoe gaat het met jou
- Hoe laat is het
- hoe vaak
- hoed met opgeslagen randen
- hoedanigheid
- hoede
- hoededoos
- hoedenmaakster
- hoedenmaker
- hoedenplank
- hoedrand
- hoefdier
- hoefijzer
- hoefsmid
- hoegenaamd niet
- hoegenaamd niets
- hoekig
- hoekje
- hoekje bij de haard
- hoekpunt
- hoeksteen
- hoekstoot
- hoektand
- hoen
- hoenderhok